Het is juist dat hij wil het ene werkwoord is, ook al komt het vaak voor dat hij wilt. Leer de regel stam + t, de achtergrond en de voorbeelden van de derde persoon met wil.
Nee, 'jij wilt' is wel correct. Zowel de vorm jij wilt als jij wil (zonder -t) is correct. De regel waarin de -t verdwijnt bij willen, geldt alleen voor de derde persoon (hij of zij). Dus: 'Jij wilt een training volgen' en 'Jij wil een training volgen' zijn allebei correct. De spelling zonder -t gebruiken we vaker in informele
In de spreektaal, WhatsApp-berichten of andere informele teksten komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in privéberichtjes en andere informele teksten. Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) in Nederland nog steeds de voorkeur in (zakelijke) teksten die bestemd zijn voor een breed publiek. Maar soms wordt er ook dan gekozen voor
willen: hij wil / hij wilt*. Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen - t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct. Bij de meeste werkwoorden bestaat de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd uit de stam + de uitgang - t: hij vindt, hij racet, ze bevestigt, ze deletet, het hagelt
ik wil. jij / u wilt / wil. hij / zij / het wil. wij / zij / jullie willen. Opmerkelijk is dat in de tweede persoon enkelvoud (bij jij en u) zowel wilt als wil mogelijk is. De vormen met t worden hier als wat netter en formeler gezien dan die zonder, en verdienen in zakelijke teksten daarom meestal de voorkeur.
Het is zij wil, zonder t, en niet hij wilt. Dit is een veelgemaakte fout die je niet alleen maakt bij het schrijven, maar ook bij het spreken. Leer de reden, de alternatieven en de voorbeelden van deze fout op deze webpagina van Scribbr.
Voorbeeld: Reguliere werkwoorden Ik doe, zij doet Ik loop, zij loopt Ik vraag, zij vraagt Bij de werkwoorden willen, mogen, kunnen en zullen is de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het) hetzelfde als de eerste persoon enkelvoud (ik). De tweede vorm enkelvoud mag met t (jij wilt) of zonder t (jij wil), maar de vorm zonder t is informeler.
Hij wil Willen lijkt een regelmatig werkwoord, maar dat is het niet. Want in de derde persoon enkelvoud gaat de regel stam+t niet op. Oftewel, wanneer je het over hij of zij hebt, of over Jan of Truus, komt er dus geen -t bij.
7f5be.